In Focus: Rallye Monte-Carlo

Kayak en Earth and Fire waren in 1981 sponsors van het Nederlandse Opel-team dat aan de Rallye van Monte Carlo deelnam. En dat betekende dat er op de motorkap breeduit Earth and Fire prijkte. Tevens werd voor promotie-doeleinden een single gemaakt.

Op de A-kant van het singletje stond Rallye Monte Carlo van Earth and Fire, waarvoor Jerney een aangepaste Weekend-tekst inzong. Op de flipside staat Kayak’s Total Loss, omgedoopt in Monte Carlo Rallye. Deze bijzondere single was niet in de platenzaken te koop en mag met recht een collector’s item genoemd worden. Zelfs de fanclub had in 1981 maar tien exemplaren die niet werden verkocht.

Resultaten van het team

Opelteam Rallye Monte Carlo
Opelteam Rallye Monte Carlo

De coureurs van het Opel-team, Bob de Jong en Bror Danielson, haalden de finish – wat al een hele prestatie is – en eindigden als twaalfde in het eindklassement. De twee reden in een bont beschilderde Opel Ascona 2.0 SR Groep een. Deze auto werd in het Opel Sport Centrum te Zoetermeer geprepareerd. De hoofdkleur was geel, want alle wedstrijdwagens van het Nederlandse Opel dealerteam hadden die kleur. Op de motorkap van de wagen was voor de Monte Carlo Rallye een handgeschilderde wereldbol omgeven door gestyleerde vlammen: aarde en vuur. Het opschrift Earth and Fire maakte veel duidelijk. Achterop nog een vignet van een andere bekende popgroep: Kayak.

 

Rallyervaring

Een korte tijd voor de bewuste Rallye Monte-Carlo kwam Jerney Kaagman al in aanraking met de rallysport. In hetzelfde type auto maar dan in witte uitvoering beplakt met sterren en voorzien van Earth and Fire-opdruk deed ze in de zomer van 1980 namelijk mee aan een race met hindernissen op het circuit van Zandvoort. Alles ging perfect, tot de slalomrace waar geen pionnetje overeind bleef staan…

In Focus: ‘Jerney’ parfum

Ook Jerney heeft af en toe geschnabbeld. Naast onder andere het opnemen van commercials voor onder andere Buma Stemra, schaars gekleed poseren voor de lingerie van Bon Giorno en het openen van winkels bracht ze in 1981 haar eigen parfum op de markt. “Jerney: for a woman like you”

Ruim een jaar is Jerney bezig geweest een speciale Eau de toilette te creëren. In de zomer van 1981 is de eau de toilette geïntroduceerd tijdens de Indro Parfumeriebeurs in de Julianahal te Utrecht. De firma Gertimpo uit Utrecht heeft het op de markt gebracht. Deze naam houdt verband met Gert van de Wetering die ook aanwezig was bij de introductie. De fabrikant van het parfum heeft in het kader van een reclamecampagne stickers laten maken met de tekst ‘We love Jerney’. Leuk om te weten is dat die sticker destijds door Earth and Fire op de instrumenten en koffers werd geplakt, en dat het bijna een rel opleverde tijdens opnames van Nederland Muziekland. Hans Mondt van Veronica ontdekte namelijk dat de stickers reclame waren toen de opnames al op band stonden. Voor de veiligheid zijn de opnames vervolgens overgedaan, nadat de stickers er natuurlijk afgepeuterd waren! Naast de stickers zijn er ook posters en strooikaarten verspreid.

 Tijdens de feestelijke lancering vertelde Jerney dat er ongeveer een jaar aan de eau-de-toilette is gewerkt. Daarbij heeft zij talrijke ‘geurtesten’ ondergaan, zodat de parfumeurs haar persoonlijke smaak konden vaststellen. Eerst werd er overigens met een aantal laboratoriumtests gecontroleerd of Jerney’s neus wel gevoelig genoeg was voor dit ongewone werk. Verder heeft Jerney de vorm van het flesje, het formaat en de verpakking bepaald. Het flesje wilde ze graag klein houden, omdat ze weet hoe lastig het is om een grote fles in een handtasje te krijgen. Een parfum moet je mee kunnen nemen om je lekker op te frissen. De bestanddelen van het parfum zijn Bergamot, Limette en Mandarijn, afkomstig uit de Messina-streek in Zuid-Italië, met een vleugje mystiek van groene regenwouden.

Vanaf september 1981 is de eau-de-toilette te koop in de drogisterijen, parfumeriezaken en warenhuizen, verkrijgbaar in flacons van 30cc en 50cc en kost ca 20 gulden voor de kleinste verpakking. Regelmatig was Jerney in parfumeries/warenhuizen aanwezig om de verkoop persoonlijk te ondersteunen.

In Focus: covers van Earth and Fire

Door de jaren heen zijn Earth and Fire-nummers zoals Memories, Maybe tomorrow, maybe tonight en Weekend vaak door andere bands en artiesten opgenomen. In deze In Focus-aflevering gaan we in op de covers die die officieel zijn uitgebracht.

Hazy paradise
Ghost
Voor het album Hypnotic Underworld heeft de Japanse band Ghost begin 2004 een coverversie opgenomen van het nummer Hazy Paradise, de B-kant van de eerste single van Earth and Fire uit 1969. Masaki Batoh (zanger en gitarist van de band) schreef het arrangement oorspronkelijk voor Damon & Naomi in 1999, maar het is door hun nooit opgenomen. Vervolgens nam Batoh het zelf op. Naast Hazy Paradise is ook het nummer ‘Dominoes’ een cover: dit nummer is oorspronkelijk van Syd Barrett. De andere tracks op het album Hypnotic Underworld van Ghost zijn door de groep zelf geschreven.

Hypnotic Underworld – Ghost

Ruby is the one
Claw Boys Claw

Het nummer Ruby is the one is in 1988 opgenomen door de groep Claw Boys Claw, een Amsterdamse gitaarband. Het album Hitkillers, waar de cover van Ruby is the one op te vinden is, is opgenomen in de SPN-studio’s en bevat een verzameling covers van Nederpopklassiekers. Over de cover van Ruby is the one zegt Peter te Bos in een interview in Muziekkrant Oor: ‘Origineel is het aardig, maar als wij dat spelen klinkt het als kut op dirk.’

Hitkillers – diverse artiesten

Memories
DJ Baleares (feat. Jerney K.)
Memories is gebruikt door DJ Baleares en in 2000 op 12 inch verschenen. Er zijn twee versies opgenomen: de Hole in one dub mix en de Shrink Mix. Deze laatste begint met een bekend, vaak gebruikt piano-deuntje. Label: Nutrition ‎– NUT 061

Memories – DJ Baleares (feat. Jerney K.)

Weekend
Chips

In 1980 nam de Zweedse popgroep Chips een cover van Weekend op. Chips is een meidenduo bestaande uit Elisabeth Andresson en Kikki Danielsson. Voor Zweden deden ze mee aan het Eurovisie Songfestival in 1982 met het nummer ‘Dag efter dag’.

De Strangers
In 1980 werd het nummer Weekend opgenomen door de Antwerpse groep De Strangers, een jaar na het origineel van Earth and Fire. De Strangers werden in 1952 opgericht door Gust Torfs, die Alex Boeye, Pol Bollansee en John De Wilde, allemaal vrienden uit de Antwerpse wijk ‘Het Kiel’, wist te overtuigen een zanggroep te vormen. Buitenlands groepen zoals de Hi-lo’s, de Four Aces en de Mills Brothers waren op dat ogenblik hun grote voorbeeld. De cover van Weekend was, onder de titel Pluchke, te vinden op de LP Troef van De Strangers uit 1980. Op dat album waren meer covers te vinden, waaronder Visite van Lenny Kuhr en Can’t stop the music van de Village People.

Conny Morin
Ook in 1980 verscheen de cover van Weekend van de Duitse schlager-zangeres Conny Morin: Kein Mädchen für das Wochenende. Conny Morin werd rond 1979 door Michael Schanze in zijn show Hatten Sie heut Zeit fur uns? geïntroduceerd en werd in korte tijd zeer bekend. Een volgende mijlpaal haalde Conny in haar jonge carrière met een optreden in de ZDF-hitparade met het nummer Hin und Her. Gelijk na het gastoptreden bij Dieter Thomas Heck ging Conny Morin weer de platenstudio in. Ze nam daar de Duitse versie op van het nummer Weekend van Earth and Fire. De Duitse vertaling kwam van O. Pinion. Het verscheen op het label Ariola – 101 772, Ariola – 101 772-100.

Gry
Ook de buitenlandse formatie Gry nam een cover op van Weekend. Het verscheen in 1980 als B-kant op Cascade CCSL 801. Op de single staat naast Gerard Koerts ene dt. Vivian vermeld bij de componist / tekstschrijver. Waarschijnlijk is er dus een vertaling van ‘Weekend’ gemaakt. Over Gry is verder weinig bekend. Het verscheen bij
Cascade (4) – CCSL 801.

Kid Q
In 2002 stond Weekend na 23 jaar weer in de hitlijsten: Kid Q (Quesran) bracht in dat jaar namelijk een techno-cover van dit nummer uit onder de titel This feeling. Een vernuftige song, met originele vocalen en dansbare housebeat. Meerdere versies van dit nummer werden opgenomen, waaronder een Club Mix en een Acrylites Hard Remix.

This Feeling – Kid Q

Scooter
Bijna in dezelfde periode als het nummer This feeling van Kid Q verscheen er ook een nieuwe versie van Weekend door de Duitse techno-groep Scooter. De groep is opgericht in 1994 door H.P. Baxxter, Rick Jordan en Ferris Bueller. Deze cover van Weekend verscheen in 2003 op single onder het label Sheffield, en is in 3 versies opgenomen: Weekend (Radio Edit), Weekend (Extended) en Weekend (Club Mix). Dankzij deze 2 covers van Kid Q en Scooter raakte Weekend ook bij een nieuwe generatie bekend. Label: ASIN B001KR7Q1I.

Weekend – Scooter

Fire of love
Romeo + Julia
Het Duitse duo Romeo + Julia nam in 1980, enkele maanden nadat het origineel van Earth and Fire op single verscheen, een Duitstalige cover op van Fire of love onder de titel Feuer und eis. De 3.48 durende cover verscheen op single onder het Philips-label (6005 029) met op de B-kant het nummer Dur wir beide. Opvallend is dat op het label onder de titel van het nummer de naam van Bert Ruiter verkeerd is geschreven. Er staat namelijk: Rutier/Kaagman/W. Bierschenk. Rutier is dus geen typefout van ons!

Feuer und Eis – Romeo+Julia

Love light (Jerney Kaagman solo)
Robbie Leslie
Van Jerney’s ‘Love light’ werd in de jaren tachtig een 12 inch uitgebracht in de Verenigde Staten. Het was onder een klein, onbekend label. Robbie Leslie maakte een remix van de multitrack radio versie van dit nummer. Hij deed dit in een studio in New York. Leslie’s remix van Love light verscheen in 1986 op single bij M Records, labelnummer 186MR. De mix werd op menig dansfeest gedraaid.

Niet op single verschenen, maar wel de moeite waard, is de remix die Glenn Rivera in 2017 maakte van de remix van Robbie Leslie. Hij noemt zijn versie de ReStructure Mix.

https://www.youtube.com/watch?v=PEWC3_TY_UY

In Focus: de actieve fanclubs van Earth and Fire

Net als andere grote toenmalige bands had ook Earth and Fire een eigen fanclub. Al vanaf 1970, het moment dat de band doorbrak, werd de groep gevolgd en kwamen fanclubbladen uit. Eerst via stencils, later mooie fanclubbladen en sinds het internettijdperk ook via website en social media.

De geschiedenis van de eerste Earth and Fire fanclub begint in Gouda met Henk († 2003) en Ada de Jong en hun uitgave ‘Popinvitation’. Vanaf 1970 leiden zij een fanclub over de band. Met de komst van deze fanclub bleven de Earth and Fire-fans op de hoogte van het laatste nieuws en de geplande optredens van de groep. In dit fanclubblad werd niet alleen nieuws over Earth and Fire gegeven, maar ook over andere Nederlandse popgroepen en buitenlandse symfonische bands. Eerst in de vorm van simpele stenciltjes, later werden het al kleine boekjes. Cees Roos, later een van de roadies van de band, trad in die beginjaren meerdere malen op als reporter van de fanclub. ‘Popinvitation’ heeft gedraaid tot 1974, en was dus actief tijdens de meest succesvolle jaren van de band.

Grootste commerciële succes van de band
Al vrij snel werd er een nieuwe fanclub opgericht. In 1976 begon Charles Spijker de tweede Earth and Fire-fanclub, samen met het fanclubblad ‘&’ waarvan de eerste editie in juni 1976 verscheen. Met een oplage van 200 exemplaren in het begin verscheen ‘&’ zes keer per jaar. Alle belangrijke activiteiten rond de groep werden, samen met songteksten, interviews en achtergrondinformatie, in dit blad gepubliceerd. Vanaf het begin werd Charles versterkt door Stefan Menningh en Willem Endhoven. Willem vertrok echter al na het tweede nummer omdat hij aan zijn studie aan de TH te Eindhoven was begonnen en dus van verdere medewerking aan de fanclub moest afzien. Hij werd in februari 1977 opgevolgd door Ed Dekker, het 100ste lid van de fanclub. Ed bleef tot het in juni 1977 verschenen zevende nummer van ‘&’. Een aantal jaren later werd in 1980 een opvolger gevonden voor Ed: Herma Borsboom.

Kritisch en onafhankelijk
In februari 1983 besloot de toenmalige redactie, Charles, Stefan en Herma, om ermee te stoppen. Zij hadden toen een jaar of 6 met veel plezier de fanclub gerund en hadden veel ups en downs meegemaakt. In 1978 kenden zij een moeilijke periode omdat in de media veel gespeculeerd werd over het opheffen van Earth and Fire. Op een gegeven moment kwam er meer dan een half jaar geen clubblad meer uit en hadden ze ook geen gelegenheid meer om te reageren op alle post, juist omdat er zoveel onduidelijk was omtrent de groep. Eerst stapte de drummer op, later de bassist, de vaste platenmaatschappij en producer hadden geen belangstelling meer en dat alles terwijl de overige groepsleden aan het doorknokken waren. Gelukkig brak er ook voor de fanclub eind 1979 een leukere periode aan. De groep beleefde haar grootste commerciële succes en dat vertaalde zich ook in een toename van het aantal nieuwe leden. Begin 1983 vond het toenmalige bestuur het tijd om plaats te maken voor anderen omdat ze meer tijd wilden wijden aan hun privé leven, maar toch ook wel inzagen dat er nog meer dan voldoende belangstelling was voor de groep om niet de fanclub meteen op te heffen. Gert Oosterhuis en Joyce den Besten stonden toen in de startblokken klaar om het over te nemen. Gert Oosterhuis: ‘Joyce en ik waren al zeer betrokken fans vanaf het eerste uur. Jerney, contactpersoon namens de groep, kende ons ook al als fans met meer dan gewone belangstelling, dus heeft Charles Spijker ons als zodanig aan haar ‘voorgedragen’ de fanclub over te nemen voordat hij ons benaderde. Ik kan me dat moment nog goed herinneren. Ik lag tijdens wintersport met een gebroken been op bed en had net voor Radio Atlantis, destijds een belangrijke piraat in het Rijnmondgebied, geregeld dat ik Jerney bij haar thuis mocht interviewen. Zij brachten in 6 specials de geschiedenis van Earth and Fire op de radio. Voor deze specials had ik de muziek uitgekozen en de teksten aangeleverd. Dat ik het voor elkaar kreeg Jerney te mogen interviewen was natuurlijk al helemaal geweldig, laat staan het moment dat Charles ons vroeg of wij de fanclub wilden overnemen. Op dat moment voelde dat toch als een soort van erkenning en de ideale gelegenheid om dichter bij het vuur te staan. Natuurlijk zeiden wij allebei meteen ja en Stefan Menningh zou ons blijven assisteren met het ontwerp van het blad. Op de achtergrond konden wij ‘leunen’ op de know-how van Charles.’

De band stopt
Achteraf bleek dat er meteen opnieuw een onduidelijke periode zou aanbreken. ‘In het begin hadden we dat nog niet in de gaten. Er was immers genoeg publiciteit, toen al voornamelijk alleen rond Jerney. Ze verscheen in de Playboy en er kwam nog een derde single van het album ‘In a state of flux’ uit’, aldus Gert. Later bleek dat het optreden van de band in Lemele in mei 1983 voorlopig de laatste zou blijken. Gert: ‘Ik moet wel zeggen dat Jerney altijd haar best deed om ons zo goed mogelijk van informatie te voorzien, ondanks dat er voor de band weer een onduidelijke periode was aangebroken. Immers, Ab Tamboer zou een tijdje invallen bij Het Goede Doel, Ron Meyjes was vertrokken naar The Millionaires en uiteindelijk besloot Gerard Koerts, als enige overgebleven tweeling en mede-oprichter van de band, te stoppen. Tot aan najaar 1987 leidden we meer een fanclub rond Jerney, al hebben we in die tussenliggende jaren ook geregeld gepubliceerd omtrent de activiteiten van de overige en oud-groepsleden. Joyce en ik waren in die tijd kritisch en onafhankelijk. Dat werd niet altijd door iedereen gewaardeerd of begrepen. Wij hadden nooit de behoefte om stukjes te schrijven over ‘welke groente eet Jerney het liefst op maandag?’ en zo. We publiceerden ook kritische ingezonden stukken of recensies en niet alleen maar lovende proza. We lieten ons gezicht op veel plekken zien en van ons horen. Zo waren er een paar beurzen rond fanclubs en waren we een paar keer op de radio te horen. Jerney en Bert waren ook altijd bereid mee te werken aan prijsvragen en andere evenementen voor fans. Ik herinner me een avondje bowlen of uit eten, een presentatie van de eerste solo LP van Jerney en een fanclubmiddag met aansluitend een concert van de band. Ook waren we altijd welkom om demo’s te komen beluisteren en wat dies meer zij. Het was een bijzonder leuke periode, maar aan alles komt een einde.’ Eind 1989 was de rek er bij Joyce en Gert uit. Een teruglopend ledenaantal, geldgebrek en belangstelling voor andere zaken in het leven zorgde er uiteindelijk voor dat de fanclub stopte. En dat terwijl de band toen net met een nieuw album uit kwam en weer was gaan toeren. Er werd niet gezocht naar opvolgers, ook omdat er geen druk vanuit de band was om de fanclub nog in leven te houden.

Actief
De latere fanclub is altijd heel actief geweest. Zo gaf de fanclub naast de fanclubbladen in 1978 een boek uit met alle songteksten van Earth and Fire, en hield de fanclub regelmatig polls onder de fanclubleden. Daarnaast werden er af en toe ook prijsvragen gehouden waarbij onder andere een avondje bowlen of een etentje met Jerney en Bert te winnen was. Uniek was de door de fanclub georganiseerde première van het album ‘In a state of flux’ in de Dureco studio te Weesp in het najaar van 1982 waar veel fans zich hadden gegroepeerd om, samen met de bandleden, de nummers van de nieuwe elpee te beluisteren. Twee jaar later vond er nogmaals een soortgelijke première plaats, ditmaal van het solo-album ‘Made on earth’ van Jerney.

Digitaal platform
Rond 2000 verscheen er een Earth and Fire website. Een initiatief van Tim Treffers en Christel van Capelleveen om, met instemming van oud-bandleden, de geschiedenis en het materiaal van de band digitaal vast te leggen. Op regelmatige basis werden nieuwsbrieven met wetenswaardigheden verstuurd, o.a. met input van Kees Calis, Hans Ziech, Chris en Gerard Koerts en Jerney Kaagman. Zo werd earthandfire.nl het digitale archief van de band. In 2015 trad Tim terug en nam oud bekende Gert Oosterhuis het stokje over.

In 2017, bij de eerste berichten over het project ‘Invitation to the sound of Earth&Fire and Jerney Kaagman’ van Marieke Eelman, zette Gert i.s.m. Christel, een besloten facebookgroep op. Al snel fungeerde deze groep als een uitwisseling van ervaringen, beeld- en geluidsmateriaal door fans waarmee het tot op heden samen met de earthandfire.nl een belangrijk digitaal platform vormt voor de nalatenschap van Earth and Fire. Bij het 50-jarige bestaan van de naam Earth and Fire in november 2018 organiseerden de beheerders van de facebookgroep i.s.m. Bert van Breda een Meet & Greet in het museum van 192TV in Nijkerk. Daar waren diverse oud-bandleden aanwezig en speelde de band van Marieke Eelman samen met Chris Koerts ‘Love of life’. De groep telt inmiddels bijna 3.000 leden, waaronder naast fans, ook oud-bandleden en hun familie. 

————————-

Prijzen lidmaatschap
Hieronder tref je de prijsontwikkeling aan van het lidmaatschap van de Earth and Fire fanclub. De prijzen zijn in guldens en voor een jaarabonnement.

 
Jaar
Prijs jaarabonnement
1970
f. 5,00
1971
f. 5,90
1972
f. 6,90
1973
f. 6,90
1974
f. 6,90
– geen fanclub in 1975 –
– geen fanclub in 1975 –
1976
f. 10,- Vanaf december f. 12,50
1977
f. 12,50
1978
f. 12,50
1979
f. 12,50
1980
f. 12,50
1981
f. 12,50 Vanaf augustus f. 15,-
1982
f. 15,-
1983
f. 15,-
1984
f. 15,-
1985
f. 15,-
1986
f. 15,-
1987
f. 15,- Vanaf oktober f. 17,50
1988
f. 17,50
1989
f. 17,50

In Focus: ‘In a state of flux’

In een voortdurende staat van verandering. Dat is de letterlijke betekenis van de titel van het achtste album van Earth and Fire: ‘In a state of flux’. Voortbordurend op de sound van ‘Andromeda girl’ verscheen deze LP in november 1982. Een LP volgens een heel nieuw, commercieel, recept. Een recept waarmee veel oude fans verloren gingen, maar waarmee ook een nieuwe jonge groep fans werd gewonnen.

Na de release van het album ‘Andromeda girl’ in het najaar van 1981 loopt het contract met Phonogram af. Earth and Fire tekent een nieuw contract, niet bij Phonogram maar bij platenmaatschappij Dureco (Dutch Record Company) te Weesp. ‘Men heeft ons bij Dureco een aantrekkelijker voorstel gedaan’, aldus Jerney in 1982. Bij de ondertekening van het contract in 1982 zijn, naast Jerney, Gerard, Ab, Ronnie en Bert, Frits van Swol van Dureco en de toenmalige Dureco-directeur Dolf van Nijnatten aanwezig. Het contract staat voor het maken van 2 albums. Uiteindelijk zou blijken dat de groep het tweede op te nemen album niet kon vervullen toen de band uit elkaar viel. Jerney nam vervolgens haar soloalbum ‘Made on earth’ op bij de platenmaatschappij.

Op 31 oktober 1982 werd het nieuwe album gepresenteerd in de studio van Dureco te Weesp, waar veel fans zich hadden gegroepeerd om, samen met de bandleden, de tracks te beluisteren. Er waren enkele opvallende veranderingen te signaleren. Voor het eerst in haar geschiedenis produceerde de band het album zelf. Daarnaast ontbrak voor het eerst een lang nummer die door fans altijd in hoge mate werden gewaardeerd. Het zeseneenhalf minuten durende ‘I don’t know why’ had iets te weinig diepgang om het gemis goed te maken. Voor ‘In a state of flux’ werden het tien korte nummers: allemaal eigen composities en arrangementen. Vaak gelikte, commerciële nummers die nog maar weinig te maken hadden met het ‘oude’ Earth and Fire. De groep ging met haar tijd mee, maar een grote groep fans haakte af. Het oude Haagse bandje dat ooit zo opviel was teveel eenheidsworst geworden. De nieuwe sound van de groep trok echter ook weer een hele nieuwe groep jonge fans aan.

Het album ‘In a state of flux’ was simpeler van opzet dan zijn voorganger. De composities waren kort en kernachtig. Verdwenen waren de disco- en reggae-invloeden die op ‘Andromeda Girl’ nog duidelijk aanwezig waren. De absolute hoogtepunten zijn te vinden op kant 2, met na de instrumentale titelsong een geweldige finale in de vorm van ‘Dona nobis pacem’. Het zijn deze afsluiters die nog enkele typische Earth and Fire-invloeden laten horen.

Een eerste singlekeuze was snel gemaakt. ’24 hours’, weer een echte Koerts-compositie, moest de nieuwe ‘Weekend’ gaan worden. Het nummer bereikt de top 15 van de Nederlandse Top 40 en daarmee scoort de groep weer een ouderwets grote hit die ook in Duitsland aanslaat. ‘Jack is back’, een nummer van Jerney en Bert, is de tweede single en bereikt met pijn en moeite de hitlijst. Hetzelfde verhaal voor de derde single ‘The two of us’ dat naar aanleiding van het enorme aantal enthousiaste reacties van de fans verschijnt.

Hoesontwerp

Zonder de teksten te kennen ontwierp George Kramer de hoes van de LP. De kreeft heeft natuurlijk te maken met Jerney’s sterrenbeeld. Op de voorzijde wordt de kreeft met een injectienaald zilver ingespoten. Trek je de binnenhoes eruit, dan zie je op de foto Jerney met een verzilverde kreeft om haar nek. Dat slaat dan weer terug op de titel van het album, ‘In a state of flux’.