Dia van ‘De uil zat in de olmen’ geschonken aan Museum RockArt

De na jaren teruggevonden dia met de uil, die begin jaren zeventig tijdens live-optredens van Earth and Fire werd geprojecteerd, is geveild voor ParkinsonNL en gaat naar Museum RockArt. Wat was ook weer het verhaal achter de dia? We zochten het uit.

In 1970 bracht de gelegenheidsformatie Holland het symfonische rocknummer Hans Brinker Symphony uit. Het nummer was een bewerking van het kinderliedje De Uil zat in de olmen. Producer Freddie Haayen had het bewerkt en diverse muzikanten uit succesvolle Nederpopgroepen zoals Golden Earring, Earth and Fire, Sandy Coast, Exception, Tee-Set, The Shoes en Dizzy Mans Band werkten aan het project mee.

Het nummer werd speciaal geschreven voor de finale van 6 M. 2 N.A.P. (Beat behind the dikes), een muziektelevisieprogramma rondom nederbeat met de Hollandse geschiedenis als thema. Het was een co-productie van Bob Rooyens voor de AVRO en Bavaria, die de finale respectievelijk op 30 december 1970 in Nederland en 8 maart 1971 in Duitsland uitzonden. De muzikanten stonden op 13 kunstmatige eilandjes in het IJsselmeer en speelden de Hans Brinker symphony. Op 19 januari 1971 zond Toppop de clip uit:

In de jaren 1971 en 1972 speelde Earth and Fire tijdens live-optredens een spacy instrumentale improvisatie op De uil zat in de olmen, dat vervolgens overging in She has funny cars van Jefferson Airplane. Luister hier.

Tijdens dit nummer werd door de mannen van de lichtshow een flikkerende afbeelding van een uil geprojecteerd. Helaas was de dia met de uil na een optreden in 1971 of 1972 in bar-dancing Suzie Q in Veenendaal kwijtgeraakt en niet meer vervangen.

Toen de dia in november 2021 plots op Marktplaats verscheen, ging oud road-manager Cees Roos onmiddellijk tot aankoop over. Deels omdat hij vond dat de uil Earth and Fire-geschiedenis is en terug moest naar de band, maar ook om te achterhalen wat er met de dia was gebeurd. Eerder had hij het mysterie van de live-opnames uit Minden al ontrafeld. het bleek dat iemand bij het vegen van de zaal de dia had gevonden en in bezit had gehouden. Tot november 2021, toen hij de dia te koop zette op Markplaats. Cees Roos vertelt erover in de documentaire Earth and Fire backstage- De drummer en de roadies van John Meijer.

Cees heeft recentelijk de dia beschikbaar gesteld voor de veiling voor ParkinsonNL op 10 november jl. in Azotod. In overleg met Cees hebben Ronald Platier en anderen € 300 gedoneerd en de dia vervolgens geschonken aan Museum RockArt, het museum dat het cultureel erfgoed van de (inter)nationale muziekgeschiedenis verzamelt, beheert, conserveert, digitaliseert en presenteert vanaf de jaren 50 tot heden. Voortaan kan de dia door alle bezoekers van het museum bekeken worden. Zo is een stukje Earth and Fire-geschiedenis weer compleet.

De dia van de uil was overigens niet de enige dia die tijdens de lichtshow werd gebruikt. In de nalatenschap van Martin Smit komen er in de beschrijvingen allerlei andere dia’s voor, zoals wolken, bergen en een vrouw. We zijn benieuwd of hiervan nog foto’s zijn.

Foto Uil projectie door F. Veldhuizen tijdens een optreden in Kreade in Den Haag op 22 april 1972.

Dubbelportret van twee bassisten: Hans Ziech van Earth and Fire en Herman van Broekhoven van Memories of Earth&Fire

In juni 2024 sprak Gert Oosterhuis (vroegere fanclubleider en huidige redacteur earthandfire.nl) met Hans Ziech, mede-oprichter en oud-bassist van Earth and Fire en Herman van Broekhoeven bassist van de Earth and Fire tribute-band Memories of Earth& Fire.

Herman, hoe ben je bij de muziek van Earth and Fire uitgekomen?
“Earth and Fire is in mijn beleving nooit bij mij weggeweest. Die muziek zat er al op jonge leeftijd in. Was het niet via de radio, dan pikte ik wel lp’s van m’n oudere broer om op m’n eigen pick-up af te spelen. En als ik dan de beste albums vergat terug te leggen, dan vond m’n broer dat niet zo erg, want ik draaide in zijn ogen immers ‘de goede muziek’. Daar zat dan Earth and Fire, The Eagles en Bob Dylan en zo tussen. Als ik de platen daarna maar weer wel netjes teruglegde uiteraard (zegt Herman lachend). Concrete aanleiding voor het ontstaan van Memories of Earth&Fire was echter het moment dat ik met onze gitarist Conrad Hultermans bij een optreden van Focus was. Tussen de nummers door zei ik tegen hem: ‘Altijd als ik Focus hoor, moet ik ook aan Earth and Fire denken…’. Conrad begreep meteen wat ik bedoelde.

“Je moet wel van goeden huize komen om een klassieker als ‘Song of the marching children’ te kunnen spelen.”

Herman van Broekhoven

Nu wist ik al dat Conrad een hele goede gitarist is; zeer technisch onderlegd. Met hem hierover door filosoferende, over de gelijkenis tussen Focus en Earth and Fire, vroeg ik Conrad op enig moment wat hij ervan zou vinden om samen op zoek te gaan naar goede muzikanten. Om met elkaar muziek van Earth and Fire te gaan spelen. Dat idee sprak hem direct aan en zodoende gingen we aan de slag. Dat was ergens begin 2023. Nu is het vinden van muzikanten die de muziek van Earth and Fire kunnen spelen niet zo eenvoudig. Je moet wel van goeden huize komen om een klassieker als ‘Song of the marching children’ te kunnen spelen. Neem de drumpartijen. Er zijn genoeg drummers die een potje kunnen rammelen, maar om de muziek van Earth and Fire te kunnen spelen moet je wel blijven nadenken. De tempowisselingen, de onregelmatigheid qua opbouw van sfeer…, dat zet je niet zomaar even neer. En zo geldt dat ook voor het vinden van de juiste toetsenist. Om over het vinden van de juiste ‘Jerney’ maar te zwijgen. Jerney Kaagman had zo’n eigen geluid dat paste bij de sound van de band en ze was daarnaast ook zo’n mooie verschijning. Die unieke combinatie vind je niet snel nog eens. Via via kwam ik uiteindelijk terecht bij Nina Verharen. De enige informatie die ik vooraf meekreeg was dat ze zangdocent is en aan het conservatorium was afgestudeerd, maar verder kende ik haar nog niet. Tijdens onze ontmoeting vertelde ze dat ze het liedje ‘Weekend’ wel kende, maar ander repertoire niet. Op zich niet gek natuurlijk; op dat moment was Nina 24 en het is al zo’n 30 jaar geleden dat Earth and Fire zelf voor het laatst op het podium stond. Nadat ik Nina enkele links van muziek van Earth and Fire had doorgestuurd was ze snel om. Zo vond ze ‘Love of life’ meteen al geweldig. Ook al speelde ze zelf nog niet in eerder in een band; ze kreeg vanuit haar opleiding wel al het credo mee ‘als je ooit gaat zingen in een band, verzamel dan goede muzikanten om je heen’. Een mooie opsteker voor ons als band en met de komst van Nina was de bezetting daarmee ook rond. Sindsdien is de samenstelling constant gebleven. Een goed teken.”

Herman en Hans
Herman van Broekhoven en Hans Ziech


Hans, hoe kijk jij naar de komst van Memories of Earth&Fire? Zie je het als een eerbetoon aan Earth and Fire en vind je het belangrijk dat deze muziek gespeeld blijft worden?
“Een leuke ontwikkeling en knap tegelijkertijd. Knap, omdat ik de komst van Memories of Earth&Fire zie als een voortzetting van hoe wij de muziek ooit hebben bedoeld en hebben gebracht. Zoals de oorspronkelijke band een collectief van musici was, bestaat de legacy van Earth and Fire onder andere uit één of meerdere tribute-groepen. Het is er op dit moment één, maar er kunnen meer variaties zijn van bands die muziek van Earth and Fire spelen. Denk aan Loïs Lane, wat uitdrukkelijk geen tribute-band is, maar in een medley muziek van Earth and Fire op het podium covert. Of denk aan het theaterproject uit 2017 van Marieke Eelman (ex- Nilsson, red.), ‘Invitation to the sound of Jerney Kaagman and Earth&Fire’. Zij brachten een ode aan de muziek en geschiedenis van Earth and Fire. In elk geval beleef ik de verschillende uitingen als een eerbetoon aan onze muziek en aan de band van weleer. Het gaat uiteindelijk om de muziek en daarom waardeer ik zeer wat Memories of Earth&Fire momenteel neerzet. Onze gelederen zijn dan wel uitgedund, maar de mensen uit de band die er nog zijn en hun verwanten leven erg mee. Wat dat betreft hoop ik ook dat Memories of Earth&Fire het nog een tijdje volhoudt.” (Hans lacht).

“Bij ons draaide het, zeker in de eerste helft van de jaren ‘70, vooral om de muziek en de vrije improvisatie ervan. Iets wat nu juist een voordeel kan zijn bij een band als Memories of Earth&Fire.”

Hans Ziech

Herman merkt op dat dat laatste ook afhangt van hoe vaak ze kunnen spelen. Hans beaamt dit, maar stelt daar tegenover dat dit ook een kwestie is van daadwerkelijk volhouden. Hij licht toe: “De discipline om met tegenslag te leren omgaan is iets waar Earth and Fire zelf ook vaak genoeg tegenaan liep en gaandeweg leerden we van onze ervaringen. Op het moment dat de band geen boekingen meer kreeg, omdat men ergens had gelezen dat de band zou zijn gestopt of omdat Jerney weer eens solo was gegaan -een hardnekkige roddel dat om de zoveel tijd de kop opstak-, trokken de bandleden zich telkens weer aan elkaar op. In dat opzicht ga je ook wel met elkaar een soort verbond aan. Daarnaast is nu de tijd rijp voor tribute-bands. Kijk om je heen; er worden meerdere festivals georganiseerd, er zijn veel losse optredens van bands en ook een programma als ‘Battle of the bands’ draagt positief bij aan de opkomst van tribute-bands. Het voordeel van het spelen van de muziek van Earth and Fire is ook dat het bij ons veel meer om de muziek ging en veel minder om de show. Er is dus niets aan ons om na te kunnen doen. Earth and Fire moest het nooit van de show hebben, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een band als de Golden Earring. Zíj brachten een rockshow, met een Cesar Zuiderwijk die over het drumstel heen sprong of een zeer bewegende Barry Hay of George Kooijmans. Bij ons ging het er toch veel ingetogener aan toe. Natuurlijk werkten wij wel met een mooie lichtshow en elementen als dia-projecties of hier en daar met een verdwaald rookbommetje, maar dat was vooral bedoeld als enig opsmuk omdat je daar als band nu eenmaal niet onderuit kwam. Bij ons draaide het, zeker in de eerste helft van de jaren ‘70, vooral om de muziek en de vrije improvisatie ervan. Iets wat nu juist een voordeel kan zijn bij een band als Memories of Earth&Fire. Dat ze de ruimte pakken om vrije interpretatie toe te passen op de composities van Earth and Fire. Ik zie die hele tribute opleving van de band trouwens, waaronder de zeven jaar geleden vertolkte uitvoeringen door Marieke Eelman en band, als doorlopende lijnen van het voortzetten van de muziek van Earth and Fire; al dan niet vrij geïnterpreteerd. Je zou zelfs kunnen stellen dat de laatste bezetting van Earth and Fire -de periode van 1987 tot en met 1995- waarin enkel de aanwezigheid van Jerney nog was te herleiden tot de oorspronkelijke samenstelling van de band, in zekere zin al een nieuwe interpretatie was van de oorspronkelijke muziek van Earth and Fire. Gekscherend spraken ingewijden toen al over de versie ‘Earth and Fire 2.0’. In elk geval kan onze muziek vandaag de dag nog steeds door meerdere muzikanten worden voortgezet. De interpretatie ervan staat daarbij geheel vrij, als het maar geen rotzooitje wordt.” Hij zegt daarna lachtend “Zou ook Chris Koerts hebben gezegd.”

Hans Ziech luistert naar Herman van Broekhoven

Authenticiteit

Wat Memories of Earth&Fire wil nastreven is volgens Herman zo dicht mogelijk bij de originele muziek van Earth and Fire blijven. “Wij hebben voldoende kwaliteit en creativiteit in huis om -waar de ruimte dat in bepaalde stukken toelaat- eigen improvisatie toe te passen. Dat doen we dan ook. De authenticiteit van het geheel, de beleving, moet daarentegen wel voorop blijven staan. Maar zo geven we Conrad de ruimte om zijn gitaarsolo’s in enkele nummers wat meer Gothic-achtig te laten klinken. Zijn achtergrond als gitarist bij Meatallica (tribute-band van Metallica) hoor je er ook doorheen, wat een meer eigentijds effect toevoegt aan de oorspronkelijke sound van Earth and Fire. We krijgen daar veel positieve reacties op. Zelf geef ik ook de voorkeur aan het oudere werk van Earth and Fire. Dat had toch een rauw randje. Het latere werk (of producties van Earth and Fire nummers door anderen uitgevoerd) vind ik -pareltjes als ‘People come people go’ buiten beschouwing gelaten- al gauw wat gladjes klinken. In elk geval willen we niet alles tot achter de punt komma identiek spelen, zoals het ooit op de plaat is gezet. Tenslotte brengen we het materiaal live op het podium, dus er mag wat pit in zitten.”

Bestaansrecht

Herman is bij de start van Memories of Earth&Fire voor een groot deel op z’n gevoel afgegaan en peilde zo links en rechts in hoeverre er nog vraag was naar Earth and Fire. Herman zegt daarover: “Iets moet ook wel te verkopen zijn. Los van het plezier om de muziek van Earth and Fire te spelen, heb ik ook het gevoel dat er nog publiek voor is. Dat wordt wel bevestigd door bezoekers van de eerste optredens. Enerzijds publiek dat Earth and Fire daadwerkelijk nog heeft meegemaakt, maar we zien tussen het publiek ook veel jonge mensen die op deze muziek aanslaan. Dat zegt veel.”

“Er is dus in de buitenwereld blijkbaar nog steeds behoefte aan de muziek van Earth and Fire en het is mooi om te zien dat Herman en consorten daarop inspeelt.”

Hans Ziech

Hans vult aan: “Ontwikkelingen van buitenaf in de afgelopen 25 jaar hebben al laten zien dat er op enigerlei wijze nog steeds behoefte is aan -laat ik het zo formuleren- ‘het verschijnsel Earth and Fire’. Daarmee wil ik enkel zeggen dat nieuwe muziek van Earth and Fire decennialang niet aan de orde is geweest (het laatste album ‘Phoenix’ dateert uit 1989, red.), terwijl de groep zelf op de één of andere manier altijd tot de verbeelding is blijven spreken. Er verscheen in deze eeuw tot nu toe een DVD, een biografie, meerdere covers (denk aan MOSS, Wattmen, Jacco Gardner, Anneke van Giersbergen, Scooter, Loïs Lane, red.); er kwam in de theaters een ode aan Jerney Kaagman van het project ‘Girls wanna have fun’ (o.a. Frederique Spigt, Manuela Kemp, Bombitas, red.) en later een ode aan de gehele band door Marieke Eelman en band, in de vorm van de eerdergenoemde theaterproductie. Opvallend genoeg kwamen dit soort behoeftes nooit vanuit de band zelf, laat staan dat deze door ons werden geïnitieerd. Er is dus in de buitenwereld blijkbaar nog steeds behoefte aan de muziek van Earth and Fire en het is mooi om te zien dat Herman en consorten daarop inspeelt.”

Deze laatste uitspraak van Hans schept wellicht onbedoeld verwachtingen, waar Herman op aanslaat. Herman: “Kijk, ik neem Memories of Earth&Fire persoonlijk erg serieus en durf de lat voor mezelf best hoog te leggen. Echter, de eerlijkheid gebiedt ook om te zeggen dat wij allen naast de activiteiten van de band ook druk zijn met ander werk en enkelen van ons ook nog contractuele verplichtingen hebben naar andere bands. We hebben nu in het eerste jaar zes keer opgetreden, waarbij het laatste optreden op het hoofdpodium van het Big Rivers Festival onlangs, een doorslaand groot succes was. Dat was de eerste plek waar ook wij enorm blij werden verrast met een overvol plein. Er was zelfs een groot waarschuwingsbord met daarop de tekst ‘Let op! Het wordt rondom de Grote Kerk te druk!’. Wie had dat kunnen bedenken? En toch moeten we met beide voeten op de grond blijven staan en aan de bak. Als we in het volgende jaar wederom slechts zes optredens afvinken, dan redden we het niet. We moeten dus hier als collectief intensiever op inzetten wil het slagen, want het zou doodzonde zijn als het voor ons gevoel uitmondt in zijprojectjes. Gelukkig repeteren we vrij gedisciplineerd volgens een vooraf vastgestelde setlist en is er band-breed de behoefte om meters te maken. Dat is hoopvol.”

Hans, als je nu jong zou zijn, zou je dan dezelfde keuzes maken in de soort muziek, zoals jullie deze toentertijd maakten?
“Mijn smaak wat betreft de tegenwoordige Nederlandse muziek gaat uit naar bands als Within Temptation en Nightwish, de band van Floor Jansen.” Herman kijkt hier helemaal niet van op: “Wat deze bands doen, zie ik als een voortzetting van hetgeen jullie in de jaren ’60 en ’70 al deden…”. Hans daarover: “Wat een band als Within Temptation presteert, dat is veel zwaarder aangezet dan wat wij bij Earth and Fire deden. Dat was vergeleken bij Within Temptation dan maar een tamme boel.”

Gert Oosterhuis en Hans Ziech in gesprek

Er ontstaat vervolgens een interessante discussie tussen Hans, Herman en Gert (gespreksleider) over hoe de muziek van Earth and Fire óók gespeeld zou kunnen worden. Herman stelt dat ze de kwaliteit in huis hebben om de muziek van Earth and Fire met veel meer omlijsting en bombast op het podium te kunnen brengen, of zelfs in Gothic stijl, en vraagt zich hardop af hoe dat dan zou klinken. Hans denkt dat dat in dit stadium niet door het publiek zou worden begrepen en dat Memories of Earth&Fire ook nog niet rijp is voor een dergelijke aanpak. De heren komen er nog niet echt uit. Herman en Gert hinten op een aanpak waarbij met het juiste repertoire een wijd bereik (en dito succes) op grootschalige Gothic festivals niet is uit te sluiten en Hans vermoedt dat een dergelijke uitvoering van de Earth and Fire muziek vooralsnog enkel voor een niche publiek zou zijn weggelegd. Hij verwijst naar een band als Epica, die in de Gothic scene redelijk bekend is, maar daar buiten juist veel minder. Maar Hans benadrukt dat er geen bezwaar is tegen een meer metal uitvoering van het Earth and Fire materiaal. Interpretatie is vrij! Herman wil nog wel kwijt dat hij voor dit stadium waarin de band verkeert, het belangrijk vindt dat de band er echt staat als een collectief en dat het bandgeluid opstuwend doorklinkt op het publiek. Het samenspel tussen de drums en bas is daarvoor grondslag en dus essentieel. Herman: “De vaart moet erin blijven en het mag geen setlist worden van voortkabbelende deuntjes.”

Basstijlen en composities

Hans, jouw rol binnen Earth and Fire was vooral het inbrengen van thema’s en het schrijven van teksten daarover. Was er altijd eerst de compositie en daarna de tekst? En als een melodie er was, legde je er dan daarna zelf een bas-lijn tegenaan of was dat een samenspel met de anderen? Hoe verloopt zo’n creatief proces eigenlijk?
Hans: “De volgorde van componeren bij ons was eerst het laten ontstaan van een melodie en daarna het schrijven van teksten. Het ontstaan van een melodie begon bijna als vanzelfsprekend middels de gitaar of toetsen. Daarna ontstond er samenspel, onder andere door ondersteuning van de basgitaar en later drumroffels. En zo tast je als het ware meerdere klankkleuren af en ontstaat er langzaam een compositie.”

Er ontstaat vervolgens tussen Hans en Herman een korte dialoog over verschillende stijlen van spelen op een basgitaar. Hans staat stil bij de verschillen in stijl van de drie bassisten van Earth and Fire.

“Als tekstschrijver en conceptbedenker was ik veel meer in mijn element dan tijdens het bespelen van de basgitaar.”

Hans Ziech

“Ik speelde vanaf de oprichting in 1968 tot halverwege 1974 basgitaar bij de band. Mijn basstijl, van origine Rhythm & Blues, werd later geïnspireerd door Gerard Koerts, die basgitarist was geweest bij de eerste bezetting van Opus Gainfull; de voorloper van Earth and Fire. Met name bij de langere uitgesponnen thematische muziekstukken, was het basgeluid ondersteunend van aard en moest het niet zozeer de boventoon voeren. Dit in tegenstelling tot de kortere rocknummers uit de beginperiode uiteraard, die door de buitenwereld werden getypeerd als ‘underground’. Daarin had ik als bassist meer de vrije hand. Overigens, als tekstschrijver en conceptbedenker was ik veel meer in mijn element dan tijdens het bespelen van de basgitaar. Ik wilde op enig moment de muzikale doorontwikkeling van de muziek niet in de weg gaan zitten. Dat was niet in het belang van de band en zodoende nam Theo Hurts mijn plaats in. Vanaf dat moment kreeg ik meer vrijheid om me nog beter te richten op het uitwerken van onderwerpen en het schrijven van teksten voor de band. Dat heb ik gedaan tot en met het album ‘Andromeda girl’ uit 1981. De komst van Theo luidde een andere fase in. Door zijn stijl van de basgitaar bespelen en ook de inbreng van enkele composities van zijn hand, kreeg het geluid van Earth and Fire halverwege de jaren ’70 een veel meer funky inslag. Met name op het podium werd er geëxperimenteerd met jazzinvloeden (fusion), maar ook werden er akoestische, klassieke sets gespeeld. In 1978 kwam de derde bassist bij de band, Bert Ruiter. Hij bracht met zijn manier van basgitaar spelen en kijk op de ontwikkeling van de muziek, de band opnieuw in wederom een andere fase. Zijn stijl van spelen was veel meer die van een pompende bas; een geluid dat veel meer de  boventoon voerde in de vanaf dat moment over het algemeen kortere, nieuwe nummers van de band.” (vanaf ‘Reality fills fantasy’, red.)

Herman herkent in zijn eigen manier van spelen op het podium dat ook hij graag een opstuwend ritme neerzet. Hans typeert de speelwijze van Herman als ‘prettig lekker druk’.

“Dat je zó kan componeren, dat élk akkoord, élk component in een bepaald stuk ertoe doet.”

Herman van Broekhoven

Over de opbouw van enkele composities van Earth and Fire wil Herman nog wel kwijt dat hij deze soms totaal niet kan volgen. Hij vervolgt: “Sommige stukken zijn zo ingewikkeld om te spelen, dan moet je echt blijven opletten. Dan schiet de muziek opeens door in een totaal ander akkoord, die voor mij dan op dat moment helemaal niet logisch in de oren klinkt. Op zulke gedeeltes in de muziek moet ik echt blijven oefenen. Het knappe van de structuur van de betreffende composities is ook, dat wanneer je dat specifieke akkoord vergeet te spelen of bij wijzen van spreken bewust even weglaat; dat dat muziekstuk over het geheel bezien dan ook niet langer overeind blijft. Dat vind ik dus echt een kunst. Dat je zó kan componeren, dat élk akkoord, élk component in een bepaald stuk ertoe doet. Dat het dus ook niet meer klinkt als je het weglaat. Het is me tijdens het spelen wel een aantal keer overkomen; dat ik iets vergat of opeens stopte met spelen. Dat de rest van de band je aankijkt van: ‘Hé, wat doe jij nou?’ (Herman lacht). Tegelijkertijd is dat het mooie van deze muziek. Ik vind het echt een uitdaging om het zo goed mogelijk te spelen. Kijk, funky nummers spelen is ook leuk, daar niet van, maar dat is meer repeterend een sterk ritmische stijl van spelen en gaan…”

Tenslotte Herman, wat vind je het lekkerste stuk om te bassen?
“Het spelen van het begin van ‘Song of the marching children’, dat later ook weer terugkeert; daar krijg ik zelf telkens weer kippenvel van. Maar het is veel meer dan de bas uiteraard. Het is het geheel; de opbouw van het stuk, hoe we er als band staan. Zo onlangs ook bij het optreden in Gorinchem, toen was het meer dan kippenvel. Er speelde bij mij op dat moment privé het een en ander en dan krijgen andere emoties ook de overhand. Op een gegeven moment werd ik zó geraakt door de muziek en stond ik met tranen in m’n ogen te spelen. Dan voel je je tegelijkertijd ook zo gedragen door deze muziek, dat het je zelfs mogelijk maakt om zelf door te blijven spelen. Dat is zo groots.”

Voor boekingen, neem contact op met: Herman van Broekhoven, hgmvanbroekhoven@gmail.com, 06 51256905.

Memories of Earth&Fire heeft een eigen pagina op Facebook.

Tekst: Gert Oosterhuis
Tekstredactie: Christel van Capelleveen
Foto’s: Roel Braams

Pinkpop? Nee Meerlo!

Ton van der Kleij hield in zijn beroemde rode schriftje alle optredens van de band bij tot ergens in 1974. Hier en daar plaatste hij er een opmerking naast. Zo staat er ‘Pinkpop’ bij een optreden op 8 juli 1972. Stond Earth and Fire ooit op Pinkpop? We zochten het uit.

Meerdaags popfestival

We vroegen het aan Chris Koerts. Hij herinnerde zich inderdaad een meerdaags festival in Noord-Limburg. En vooral dat Genesis er optrad. Noord-Limburg, meerdaags festival, grote bands, dat klonk toch als Pinkpop. Maar hoe vaak we ook de lijsten met acts van 1972 en zelfs de jaren ervoor en erna doorspitten, geen Earth and Fire te vinden. Dus wat bedoelde Ton dan?

Midsummer Popfestival Meerlo

Na wat speurwerk ontdekten we dat het ging om het Midsummer Popfestival Meerlo. Een openlucht festival dat ook wel Merlin pop werd genoemd en de eerste editie in 1971 beleefde. Muziekkrant OOR repte van het ‘Woodstock van het Zuiden’. Het was een van de allereerste (Neder)popfestivals in Nederland, georganiseerd door de Jongerenbeweging Meerlo (J.B.M.). Camping Het Karrewiel werd op 8 en 9 juli 1972 provisorisch omgebouwd tot festivalterrein. Op het programma stonden naast Earth and Fire onder meer ook Supersister, Focus, Livin’ Blues, Alquin, Q65 en (ja Chris je had gelijk!) Genesis.

Ticket Midsummer Popfestival Meerlo 1972

Na een telefoontje met Hans Ziech bleek dat er in de aanloop naar de biografie van de band door Fred en Dick Hermsen ook al eenzelfde speurtocht was ondernomen. En dat zij ook bij Meerlo uit waren gekomen. Dit voorval bevestigt maar weer dat we altijd eerst bij Hans moeten informeren…

Oude opnames

Een van de initiatiefnemers van het festival was René Poels. Naast het in goede banen leiden van het festival filmde hij ook. Een aantal opnames heeft hij op YouTube gezet. Een van de opnames begint met krantenberichten over het festival en van de opbouw van het podium op een voetbalterrein. Het was een aardig regenachtig festival, want je ziet steeds meer plastic zeil en paraplu’s in het beeld verschijnen. Het festival kreeg ook landelijke aandacht want er waren ook reportagewagens van de NOS aanwezig en de presentatie werd gedaan door Anthony Parker van AVRO’s TopPop.

In de rubriek Tijd van Toen op L1 werd een tijd geleden in een reportage uitgebreid aandacht aan het popfestival Meerlo besteed. Daarbij werd videomateriaal van René Poels gebruikt. Op de pagina van Tijd van Toen kun je de video terugkijken. Op ongeveer 12 minuten hoor je Memories.


Oproep: Zijn er fans die bij dit festival aanwezig waren en nog fotomateriaal van Earth and Fire hebben?


Op 21 juli 1974 trad Earth and Fire nog een keer op op het Midsummer Popfestival Meerlo. Hier werd ook over geschreven. Inclusief prachtige foto van Jerney Kaagman.

Dagblad voor Noord Limburg van 22 juli 1974

Foto bij het artikel is afkomstig van de site van Supersister.

Het raadsel rond de live-opname van Minden na 46 jaar opgelost

Na 46 jaar is het raadsel van de ‘Zür Grille bootleg‘, met de live-opname van het optreden in Minden, opgelost. Nadat oud-roadie Cees Roos een groot aantal van de in zijn bezit zijnde live-opnames van Earth and Fire via YouTube beschikbaar had gesteld, meldde de maker ervan zich in maart 2020. Het was op de kop af 46 jaar na het Duitse optreden. Het levensverhaal van Hermann Braunschmidt maakt veel duidelijk.

Als Hermann op ons verzoek iets meer over de achtergronden van de opname vertelt, beschrijft hij eerst zijn jeugd en zijn muzikale interesses. “Mijn eerste single was ‘I’m a Believer’ van The Monkees uit 1966. Ik luisterde in die tijd veel naar British Forces Broadcasting Service (BFBS), voornamelijk omdat de Duitse radio amper popmuziek draaide. Later werd dit Radio Luxembourg en Radio Noordzee.” Het eerste rockconcert dat hij bijwoonde was op 10 april 1972 van de Nederlandse band Ekseption. Hij werd weggeblazen door het volume, het geluid, het optreden van Rick van der Linden en de overheersing van het Hammondorgel. Daar ligt ook de oorsprong van zijn voorliefde voor bands waar het Hammondorgel een prominente plek in de muziek heeft. Hij luisterde in die tijd veel naar Emerson, Lake & Palmer, Deep Purple, Procol Harum, Uriha Heep en Nektar. “Ik hield niet van Hendrix, Led Zeppelin, Black Sabbath en al die andere gitaarbands. De muziek moest een orgel of ten minste een Rhodes piano bevatten.”

De overweldigende ervaring bij Ekseption was voor hem de aanleiding om liveoptredens vast te gaan leggen. Hij wilde die opwindende muzikale momenten voor altijd vasthouden. In oktober 1972 nam hij zijn eerste concert op. Het was een optreden van de Duitse psychedelische band Virus. Hermann was toen al zeer Hifi-georiënteerd en gebruikte een draagbare tape-recorder. Een opname moest voor hem het origineel zo dicht mogelijk benaderen. Hij had een hekel aan cassettebandjes. “In die tijd was de band Nektar mijn favoriet. De opname die ik op 30 mei 1974 van die band maakte, is een klassieker onder de Nektar-fans.” Hoe enthousiast en ondernemend hij op muziekgebied was blijkt uit het feit dat hij in die tijd zelfs een concert organiseerde. Het was in de Doppelaula in Minden, met zo’n 500 bezoekers. Voor Amnesty International.


Toegangsbewijs optreden Minden Duitsland op donderdag 21 maart 1974.
Toegangsbewijs optreden Minden, Duitsland

Weer eens terugluisterend snapte Hermann in eerste instantie niet goed waarom de opname van Earth and Fire in Minden kwalitatief zoveel minder is dan alle opnames die hij ervoor en erna maakte. De opname van Earth and Fire werd gemaakt met een draagbare Telefunken taperecorder met een losse microfoon. Hij is er zelf na al die jaren nog wat verbaasd over, want normaal gebruikte hij een Sony TC 377 in een beschermende houten doos, 50 meter kabel (van de grasmaaier van zijn ouders), microfoonstandaards etc. Samen met een vriend sjouwde hij dat allemaal 5 kilometer te voet vanaf zijn huis naar het zaaltje Zür Grille of de Doppelaula. Toen hij die vriend recent sprak en naar het optreden vroeg, wist die vriend niet waar hij het over had. “Hij had totaal geen herinneringen aan het optreden, zelfs niet het decolleté van Jerney. Dus hij is er niet geweest.” Hermann vermoedt dat die vriend op het laatste moment niet mee kon en dat hij uit nood over moest gaan op de draagbare Telefunken taperecorder omdat hij niet in zijn eentje de andere opnameapparatuur kon dragen. De Telefunken taperecorder had hij overigens van een leraar geleend.

Hij was in die tijd gek op de muziek van Earth and Fire. Zijn vriendin had het album ‘Atlantis’ waar ze samen uren naar luisterden. Hermann zegt over het optreden: “Het concert was ‘pure heaven’, fantastisch geluid, vier witte Altec ‘Voice of the Theatre’ speakers aan elke kant van het podium. Het eerste deel Atlantis/In the Mountains was ‘mind blowing’. Zo veel beter dan op de LP.” Dit bleef zijn verdere leven een favoriet. Naast ‘From the End Till the Beginning’ en ‘Storm and Thunder’. De hits ‘Memories’ en ‘Maybe to Morrow Maybe Tonight’ vond hij ook erg goed gespeeld tijdens het optreden. “De muziek, het geluid, de verlichting en het decolleté van Jerney maakten het die nacht tot een van de meest onvergetelijke concerten van mijn leven.”

Na zijn middelbare school kwam Hermann, hoe kan het ook bijna anders, in de Hifi-business terecht. Hij was daarin vanaf 1984 zelfstandig ondernemer. Totdat begin jaren negentig de omzet in de Hifi kelderde en hij wat anders ging doen. Hij legde zich toe op het omzetten van opnames van analoog naar digitaal. Hij deed dit voor een Duits label genaamd Garden of Delights. Het label bestaat nog steeds en verzamelt en herstelt opnames van progressieve rock en zet dat op CD zodat liefhebbers er alsnog van kunnen genieten. Hermann was een van de eerste gebruikers van de CD-brander en zijn live-opname van Earth and Fire was een van de eerste live-opnames die hij op CD brandde. Niet voor commercieel gewin, maar om het met andere liefhebbers uit te wisselen. In die tijd ruilde hij CD’s met een Nektar-fan uit Amerika. De fan had een enorme hoeveelheid cassettebandjes met live-opnames van Nektar. De Amerikaan gaf Hermann de live-muziek en in ruil daarvoor gaf Hermann de opnames terug op CD. Hij denkt dat een vriend van die Nektar-fan de sleutelfiguur moet zijn geweest in het verspreiden van zijn live-opname naar Japan. Maar harde bewijzen heeft hij daar niet voor. Hij vindt het ook niet nodig om dit te achterhalen, hij heeft al jaren geen contact meer met die mannen.

Hermann was altijd op zoek naar andere live-opnames van Earth and Fire uit begin jaren zeventig. Daarvoor heeft hij eind jaren negentig ook nog contact gehad met enkele Earth and Fire fans in Nederland. Zo vernam hij dat zijn unieke live-opname van Minden inmiddels als bootleg in Japan was uitgegeven. Hermann was wel enigszins teleurgesteld toen hij ontdekte dat zijn opname zonder zijn toestemming gebruikt was. Al was die ervaring niet nieuw voor hem, dat had hij al eerder meegemaakt met andere live-opnames. Het geeft alleen maar aan hoe uniek het was dat hij in die tijd zulke professionele opnames maakte.

Na 1975 verloor hij zijn interesse in Earth and Fire, hij kon de commerciële kant die de band opging minder waarderen. Hij denkt dat hij ze in de Weekendtijd in Berlijn nog een keer heeft zien optreden bij de Radiotentoonstelling. Of, mijmert hij, misschien heeft hij dat verzonnen toen hij over het blauwe leren pak van Jerney droomde.

Tot slot vertelt hij dat hij vanaf begin jaren negentig tot 2013 de belangrijkste Procol Harum geluidsarchivaris was. Tegenwoordig gaat hij naar concerten zonder bepakt en bezakt te zijn met opname- apparatuur en microfoons. Wat een compleet nieuwe ervaring voor hem is. Toch heeft hij soms nog wel eens spijt zijn apparatuur niet bij zich te hebben. Zo zag hij eind vorig jaar NEXT OF KIN in de Boerderij in Zoetermeer waar hij achteraf toch graag een opname van had willen hebben… Eens een liefhebber, altijd een liefhebber.


Recensie optreden Earth and Fire in Minden

Een aantal bijzonderheden over het optreden in Minden:

Van de opname van Hermann Braunschmidt is de Japanse Bootleg gemaakt. Op de CD staat dat de opname in München is gemaakt. Dit is duidelijk door de onwetende derde fout aan de Japanse label doorgegeven. Het concert was in het minder bekende Minden.


De bootleg (Die Harikiri, 300 exemplaren) bevat slechts een deel van het concert. Hermann heeft zijn opname nooit ingekort. Hij vermoedt dat dit door het Japanse label is gedaan om het op de CD te laten passen.


Grille is een zaal in Minden. Er konden toen ongeveer 700 à 800 man in die zaal. De zaal bestaat niet meer. Het is in 2008 afgebroken. [update 25 juli 2020]

Foto van het café Grille in Minden.
Het café Grille in 1974 waar het optreden in Minden plaats vond.
Foto Hermann Braunschmidt.

Hoewel Gifhorn in de naaste omgeving ligt, is Hermann daar niet geweest en dus ook niet verantwoordelijk voor die live-opname. Onbekend is wie dat wel is. Wie weet komen we daar ook ooit nog achter.


Op de site guitars101.com staat de bootleg-CD als een ‘semi official bootleg’ vermeld. Er wordt zelfs gesuggereerd dat het uitstekende geluid afkomstig is van het ‘soundboard’ van de geluidstechnicus van de band. Alsof de band zelf achter de opname zou zitten. Nu we het verhaal van Hermann kennen, kunnen we deze complottheorie gelukkig naar het rijk der fabelen verwijzen.

Veel dank aan Hermann Braunschmidt voor het delen van zijn herinneringen.